Familieleden kunnen onbedoeld bijdragen aan het in stand houden van de verslaving door bepaalde gedragingen en reacties. Het verslaafde familielid krijgt zo de gelegenheid om zijn/haar destructieve gewoonten voort te zetten.
Soms moet je juist het tegenovergestelde doen
van wat je voelt.
In standhouden van een verslaving
Hoe draagt familie onbedoeld bij aan een verslaving?
1. Medeplichtigheid en Toelaten
Medeplichtigheid verwijst naar het gedrag van familieleden dat de verslaafde persoon in staat stelt om door te gaan met hun verslaving zonder de volledige consequenties te ervaren.
- Financiële steun: Familieleden kunnen de verslaving in stand houden door geld te geven aan de verslaafde persoon, zelfs als dat geld wordt gebruikt voor het kopen van drugs of alcohol.
- Vermijden van confrontaties: Uit angst voor conflicten kunnen familieleden confrontaties vermijden, waardoor de verslaafde persoon niet wordt aangesproken op hun gedrag.
2. Ontkennen en minimaliseren
Ontkenning en minimalisatie van het probleem door familieleden kan de verslaving verergeren.
- Bagatelliseren van de ernst: Familieleden kunnen de ernst van de verslaving bagatelliseren, waardoor de verslaafde persoon geen noodzaak ziet om hulp te zoeken.
- Ontkenning van het probleem: Sommige familieleden kunnen de verslaving volledig ontkennen en doen alsof er niets aan de hand is, wat de verslaafde persoon in staat stelt door te gaan zonder interventie.
In standhouden van een verslaving: ontkenning van overmatig drankgebruik
3. Over-bescherming en over-verzorging
Over-bescherming en over-verzorging kunnen ervoor zorgen dat de verslaafde persoon geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor hun eigen leven.
- Problemen oplossen voor de verslaafde: Door problemen op te lossen die door de verslaving zijn veroorzaakt, zoals het betalen van schulden of het regelen van werk, kunnen familieleden onbedoeld bijdragen aan de verslaving.
- Bescherming tegen consequenties: Familieleden kunnen de verslaafde persoon beschermen tegen de natuurlijke gevolgen van hun gedrag, zoals juridische problemen of verlies van werk, wat de motivatie om te veranderen vermindert.
4. Emotionele manipulatie
Verslaafde personen kunnen emotionele manipulatie gebruiken om familieleden te beïnvloeden en hun verslaving voort te zetten.
- Medelijden en schuldgevoelens aanwakkeren: De verslaafde kan medelijden opwekken of familieleden een schuldgevoel geven om steun en hulp te krijgen.
- Dreigen met zelfbeschadiging: In extreme gevallen kunnen verslaafde personen dreigen met zelfbeschadiging om de medewerking en steun van hun familieleden te verzekeren.
In standhouden van een verslaving: met de mantel der liefde “mateloosheid” bedekken
5. Co-dependency (wederzijde afhankelijkheid)
Co-dependency verwijst naar een relationele dynamiek waarin een familielid zichzelf definieert door hun rol in het ondersteunen of redden van de verslaafde persoon.
- Overmatige betrokkenheid: Familieleden kunnen zichzelf opofferen om de verslaafde persoon te helpen, wat hun eigen welzijn schaadt en de verslaving in stand houdt.
- Gebrek aan eigen grenzen: Zonder duidelijke grenzen kunnen familieleden hun eigen behoeften en grenzen verwaarlozen, wat de verslaving in stand houdt door een ongezonde afhankelijkheidsrelatie te creëren.
6. Onvoldoende kennis en vaardigheden:
Gebrek aan kennis over verslaving en effectieve interventies kan ervoor zorgen dat familieleden niet de juiste stappen ondernemen om de verslaafde te helpen.
- Niet weten hoe te helpen: Familieleden kunnen niet weten hoe ze effectief kunnen helpen en kunnen per ongeluk gedrag vertonen dat de verslaving verergert.
- Onvoldoende begrip van herstelprocessen: Zonder inzicht in de complexiteit van herstelprocessen kunnen familieleden verkeerde verwachtingen hebben en ongeduldig zijn, wat contraproductief kan zijn.
In standhouden van een verslaving: geen consequenties stellen aan overmatig drugsgebruik.
7. Inconsistentie in grenzen en consequenties
Inconsistentie in het stellen en handhaven van grenzen kan verwarring en manipulatie bevorderen.
- Verschillende boodschappen: Als verschillende familieleden tegenstrijdige boodschappen geven of inconsistent zijn in hun aanpak, kan dit de verslaafde persoon in verwarring brengen en hen in staat stellen om grenzen te testen en te overtreden.
- Gebrek aan consequenties: Als er geen duidelijke consequenties zijn voor verslavingsgedrag, voelt de verslaafde persoon geen druk om te veranderen.
8. Versterking van verslavingsgedrag:
Bepaalde gedragingen van familieleden kunnen het verslavingsgedrag onbedoeld versterken.
- Negatieve bekrachtiging: Door negatieve reacties, zoals boosheid of straf, kan de verslaafde persoon zich nog meer terugtrekken in hun verslaving als een manier om met stress om te gaan.
- Belonen van verslavingsgedrag: Onbewust belonen van verslavingsgedrag, zoals extra aandacht geven wanneer de verslaafde persoon onder invloed is, kan het gedrag versterken.